Géraldine Dezé
Een CM/MC- en WSM-delegatie woonde de conferentie ‘Sociale bescherming in de gezondheidszorg, een piste om ongelijkheid te bestrijden’ in Niamey, Niger bij. Valère Pihoun Koffi, onze continentale WSM-coördinator in Cotonou, wees op het belang van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bereiken van universele gezondheidszorg (UHC).
Het hoofddoel van deze bijeenkomst was het uitwisselen van ervaringen over sociale gezondheidsbescherming en het bestrijden van ongelijkheid, vertrekkend van strategische, technische en politieke opties en kritische- en kruisanalyses van bestaande initiatieven in de deelnemende landen, om tot slot een gemeenschappelijke visie voor meer gezamenlijke en efficiënte samenwerkingsmogelijkheden te bereiken.
De conferentie werd mede georganiseerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Bevolking en Sociale Zaken van Niger, Enabel, Be-cause Health, het platform van Belgische actoren uit de gezondheidssector, WHO Niger en de IAO. Een twaalftal Afrikaanse landen die betrokken zijn bij de uitvoering van een stelsel voor sociale bescherming in de gezondheidszorg, vertegenwoordigers van bi- en multilaterale instellingen, academische instellingen en actoren uit de maatschappelijk middenveld namen deel aan de conferentie.
Gezien de roots van de CM en WSM in de christelijke arbeidersbeweging, was het belangrijk de aandacht te vestigen op sociale bewegingen die arbeiders organiseren, of dat nu in de formele, informele of precaire economie is, in stedelijke of plattelandsgebieden. Daarmee werd nogmaals gewezen op de onmisbare en strategische rol van het maatschappelijk middenveld bij de verwezenlijking van universele gezondheidszorg.
De presentatie bood de gelegenheid om het werk van onze partnerorganisaties, het gezamenlijke werk van WSM en CM, en van INSP!R, het internationale netwerk voor het recht op sociale bescherming, onder de aandacht te brengen. "Wij pleiten voor een gemeenschappelijke, holistische en geïntegreerde visie op sociale bescherming, waarbij verschillende belanghebbenden worden betrokken", aldus Valère Pihoun Koffi. Deze aanpak omvat vijf kernbeginselen die essentieel zijn voor de ontwikkeling van een alomvattend nationaal socialebeschermingsbeleid:
1. een op rechten gebaseerde aanpak (en verankerd in nationale regelgeving die voortbouwt op regionale en/of internationale regelgeving)
2. een combinatie van verschillende maatregelen: uitgaande van de transformatie moeten preventie-, beschermings- en bevorderingsmaatregelen worden ontwikkeld;
3. de daadwerkelijke deelname van meerdere belanghebbenden, namelijk de staat, het maatschappelijk middenveld en particulieren;
4. de behoefte aan meerdere financieringsbronnen (binnenlands en internationaal); en
5. een levenscyclusbenadering (van geboorte tot overlijden)
Het ‘huis van sociale bescherming’ is een garantie voor een menswaardig bestaan voor iedereen, en de verwezenlijking ervan zou niet mogelijk zijn zonder het harde en geëngageerde werk van de gezondheidsorganisaties in het veld.
De multidimensionele rol die mutualiteiten spelen bij de verwezenlijking van universele gezondheidzorg is van cruciaal belang: ze beheren en verdedigen "het algemeen welzijn" en het algemeen belang, die worden gedefinieerd door gelijkheid, niet alleen bij de toegang, maar ook bij het vormgeven van de doelstellingen van de activiteit. "Dit type organisatie bevordert participatieve besluitvorming en democratie. Het gezondheidsfonds vergemakkelijkt de toegang tot gezondheidsdiensten via solidariteitsmechanismen. Mutualiteiten zijn niet alleen een verzekeringsmechanisme voor het beheer van gezondheidsrisico's, maar vervullen ook andere taken, zoals preventie en gezondheidsbevordering. Mutualiteiten bevorderen de gezondheid door diensten aan te bieden die de sociale determinanten van gezondheid beïnvloeden," aldus Valère.
Hij legde uit dat de organisaties ook een missie van sociale verandering hebben door hun democratisch en associatief beheer, dat de leden mondiger maakt en hen in staat stelt deel te nemen aan de besluitvorming: "gezondheidsfondsen stellen mensen in staat zich uit te drukken, hun keuzes te verdedigen en hun stem te laten horen. Dit toont aan dat deze organisaties meer zijn dan alleen verzekeraars, zij spelen een rol in de sociale beweging", verdedigt hij. Op het niveau van de maatschappij hebben wij niet nagelaten eraan te herinneren dat deze mutualiteiten invloed hebben op de relatie tussen de zorgverleners en de leden die hun diensten nodig hebben. Zij beweren dat zij toegang hebben tot de beste gezondheidsdiensten, wat het goed bestuur van de gezondheidssector en de kwaliteit van de zorg ten goede komt.
Hoewel het initiatief van deze conferentie moet worden toegejuicht, blijft het een feit dat de uitdagingen die blijven bestaan, ondanks hun specifieke kenmerken, dezelfde zijn. Onderlinge regelingen en solidariteitsmechanismen zijn nog steeds niet erg bekend en moeten verder worden gepromoot om de toegevoegde waarde ervan ten opzichte van particuliere verzekeringen te benadrukken. Er werd aan herinnerd dat "de betrokkenheid van de staat van essentieel belang is voor de ondersteuning en de ontwikkeling van de onderlinge gezondheidsfondsen, omdat de staat de wettelijke verplichting heeft het grondrecht op gezondheid te eerbiedigen, te beschermen en te waarborgen[1]. Dit wordt onder meer bereikt door de institutionalisering van de gezondheidsverzekering, die beantwoordt aan een reële behoefte van de bevolking en in het belang is van alle actoren (overheid, gezondheidsinstellingen, gezondheidsfondsen en ondersteunende structuur). Een andere uitdaging blijft de logistiek in verband met de beheersinstrumenten voor een goed verloop van de dagelijkse taken van de mutualiteit.
Wij moeten allen onze inspanningen mobiliseren om een alomvattend en breed gedragen beleid van sociale bescherming voor iedereen tot stand te brengen.
Samen staan we sterker!
[1] Deze wettelijke verplichting vloeit voort uit artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR).