7 april 1994 - 7 april 2024: op de dag af 30 jaar geleden stortte Rwanda zich in de horror en de afgrond van de genocide op de Tutsi's en andere vormen van ongehoord massale bloedbaden. Iedereen heeft inspanningen moeten leveren om het land weer op de been te helpen en om daarna de weg in te slaan naar veerkracht, economische groei en sociale vooruitgang, zodat het land haar plaats kan innemen in de familie der naties.
Rwanda, het land van de duizend heuvels, tot dan toe beschouwd als een oase van vrede, raakte in oorlog in oktober 1990 en belandde in een onbeschrijfelijke chaos vanaf 7 april 1994, vlak na de aanslag op het vliegtuig van de Rwandese president Juvénal Habyarimana. Het land stond letterlijk en figuurlijk in brand. Ongeveer een miljoen Tutsi's werden wreed afgeslacht en vele anderen kwamen om als gevolg van de oorlog. Bijna 3 miljoen Rwandezen kwamen terecht in vluchtelingenkampen in buurlanden, met name DR Congo en Tanzania. Vervolgens belandden honderdduizenden mannen en honderden vrouwen in de gevangenis voor hun vermeende betrokkenheid bij de genocide. Veel eigendommen, waaronder infrastructuur en apparatuur, werden vernietigd of geplunderd. Overal in het land heerste verslagenheid. In juli 1994 werd de oude regering vervangen door een nieuwe.
Het land moest op alle vlakken heropgebouwd worden, met als meest ingewikkelde werven het herstellen van het sociale weefsel en het bereiken van nationale verzoening. De overlevenden vreedzaam laten samenleven met de voormalige beulen of hun families was niet gemakkelijk. De mensen waren materieel en moreel zowat alles verloren en kregen geen echte administratieve of kerkelijke steun.(1) Het maatschappelijk middenveld was, net als het land, bijna onbestaande. De internationale NGO's en zelfs de stuwende krachten achter de grote Rwandese NGO's waren het land al ontvlucht. Veel leiders kwamen in ballingschap terecht.
Het was duidelijk dat de overgangsregering onder leiding van het RPF (Rwandees Patriottisch Front), die net de oorlog had gewonnen, voor een kolossale taak stond. De inspanningen van alle Rwandezen waren nodig. En de internationale gemeenschap bestaande uit regeringen, internationale organisaties, NGO's en andere stakeholders werd uitgenodigd om samen deze immense uitdaging aan te gaan.
Tegen deze achtergrond hervatte WSM zeer snel haar activiteiten in Rwanda, om de weinige animatoren van sociale bewegingen, partnerorganisaties, die in het land waren gebleven te helpen het vertrouwen en de levenslust te herstellen van de bevolking die gevangen zat in ellende en wanhoop. Zo werden verschillende initiatieven opnieuw opgestart om de werkgelegenheid of inzetbaarheid te bevorderen, voornamelijk gericht op jongeren, vrouwen, werknemers in de informele economie en andere kwetsbare groepen, waaronder gepensioneerden. Sociale bewegingen van jongeren, vrouwen en volwassen werknemers herorganiseren zich beetje bij beetje en bieden verschillende diensten aan, waaronder beroepsopleidingen in haar- en schoonheidsverzorging, naaien, metselen, timmeren, leerbewerking en lassen, en niet te vergeten ondernemerschap en gendergelijkheid. Eén van de partners, FMP, start opnieuw opleidingen in landbouw op landbouwscholen, terwijl anderen, COTRAF en ARR, sociale en juridische bijstand verlenen aan werknemers en gepensioneerden. Afgestudeerden van deze verschillende opleidingen richtten verschillende productie-, verwerkings- en ambachtscoöperaties op en ontvangen financiële steun voor de aankoop van vee, productiemiddelen en startkits. In de afgelopen 5 jaar hebben 5.515 mensen, voor het merendeel jongeren, en 1.585 vrouwen, een hoogwaardige beroepsopleiding (met name via het CEFOTRAR-centrum) of een moderne landbouwopleiding (via het FMP) gevolgd, waardoor hun inkomen is gestegen en hun dagelijks leven en dat van hun familie is verbeterd. Het INSP!R Zamuka-netwerk heeft hard aan belangenbehartiging gedaan en voor enkele thema’s successen geboekt: hogere pensioenen en salarissen voor leraren in de openbare sector, hervormingen in de sector technisch en beroepsonderwijs, de recente ratificatie van IAO-Verdrag 190 over geweld en intimidatie op het werk, enz.
De weg die de afgelopen 30 jaar is afgelegd is lang, moeilijk en, gezien de huidige situatie, indrukwekkend. Het Rwandese volk, gesteund door hun vrienden via bilaterale, multilaterale en veelzijdige internationale samenwerking, heeft geduld, veerkracht en vaak moed getoond. Eerst om de overlevingsfase uit te komen, vervolgens de noodfase, en uiteindelijk naar de lange termijn te kijken met duurzame ontwikkelingsstrategieën. Vandaag de dag is Rwanda een kampioen op een aantal gebieden, zoals de bevordering van gendergelijkheid, milieubescherming, de netheid van de hoofdstad Kigali, wat door alle bezoekers wordt opgemerkt, toerisme, ontwikkeling van infrastructuur en loopt Rwanda voorop met bepaalde programma's voor sociale bescherming, zoals universele gezondheidszorg.
Het meest opvallende succes van allemaal is de mate van eenheid en nationale verzoening die is bereikt onder de Rwandezen. De regering en het Rwandese volk zijn hier trots op. Rwanda is weer een goede plek geworden om te leven. Natuurlijk moet erkend worden dat er nog veel uitdagingen bestaan, zoals ook de precaire veiligheidssituatie in de subregio.
De Rwandezen, met inbegrip van WSM's partnerorganisaties in Rwanda, zijn vastbesloten om gebruik te maken van hun 'veerkracht'-kapitaal om de uitdagingen aan te gaan: armoede in sommige delen van het land, ongelijkheid en toegang tot waardig werk en sociale bescherming voor allen. De veelsoortige bijdragen en het wederzijds leren tussen partners, waaronder WSM en andere sociale bewegingen over de hele wereld, blijven van onschatbare waarde.
Séraphin GASORE (uitvoerend secretaris van het INSP!R Zamuka-netwerk) & Uzziel TWAGILIMANA (adjunct-directeur WSM)
(1) Volgens het Internationale Kruis bedraagt de christelijke bevolking in Rwanda 93,4%, de moslims 1,8% en de traditionele religies 1%.