Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, mogen onze laatste levensjaren niet vergeten worden, want ouder worden treft vrouwen meer: niet alleen leven ze langer, ook hebben ze minder kans op inkomenszekerheid en economische onafhankelijkheid wanneer ze ouder worden. In de meeste landen hebben vrouwen minder kans op een pensioen dan mannen en zijn hun uitkeringen lager. In een beleidsdocument analyseerde UN Women de oorzaken voor deze ongelijkheden en enkele mechanismen in pensioensystemen die ongelijkheden kunnen vergroten of verkleinen.
In de eerste helft van deze eeuw wordt verwacht dat de wereldbevolking van 60 jaar en ouder meer dan verdubbelen zal, tot 2 miljard mensen in 2050. Ongeveer twee derde van deze ouderen leeft in lage inkomenslanden, hun aandeel zou naar verwachting stijgen tot bijna 80 procent tegen 2050. En hoewel vergrijzing in de eerste plaats een vrouwenkwestie is, is het beleid tot nog toe traag geweest met het aanpakken van de rechten en noden van oudere vrouwen.
In stedelijke gebieden in China bijvoorbeeld is het armoedepercentage onder oudere vrouwen drie tot vier keer hoger dan bij oudere mannen. Pensioenen kunnen daarin een groot verschil maken, maar momenteel bieden de pensioenstelsels de meeste ouderen geen inkomenszekerheid en brengen ze geen gelijke kansen tussen verschillende genders.
Wereldwijd ontvangt zowat de helft van alle mensen op pensioenleeftijd een pensioen. In de meeste landen waarvan gegevens beschikbaar zijn, zijn de ontvangers vaker mannen dan vrouwen. In verschillende Latijns-Amerikaanse en Caribische landen, waaronder de Dominicaanse Republiek en El Salvador, dekt het pensioenstelsel half zoveel vrouwen als mannen, maar is ook de dekking voor mannen laag.In een aantal sub-Saharaanse Afrikaanse landen is de pensioendekking laag voor mannen en bijna afwezig voor vrouwen. Botswana, Lesotho en Mauritius en ook Bolivia vormen uitzonderingen op mondiaal vlak door hun algemene pensioenstelsels die niet op bijlages berusten.
In de meeste landen waar vrouwen een goede toegang tot pensioenen hebben, zijn hun uitkeringsniveaus vaak maar een fractie van die van mannen. Vandaag ligt het pensioen van een vrouw in België gemiddeld 30% lager dan dat van een man. Opdelingen binnen gezinnen dragen sterk bij tot deze verschillen. De ACV-CSC-campagne voor 8 maart 2022, Internationale Vrouwendag, stelt deze kloof aan de kaak en eist echte gelijkheid tussen vrouwen en mannen.
De genderpensioenkloof is het resultaat van meerdere algemene ongelijkheden waarmee vrouwen gedurende hun hele leven te maken krijgen: tijdens hun actieve jaren nemen vrouwen minder deel aan de arbeidsmarkt, hebben ze lagere lonen en onderbreken zij vaker dan mannen hun loopbaan om voor afhankelijke personen te zorgen. In precaire banen en informele tewerkstelling zijn ze oververtegenwoordigd. Pensioenregelingen die gebaseerd zijn op regelmatige pensioenbijdragen die aan de bron worden ingehouden, creëren later dan ook nadelen voor vrouwen. Ze droegen strikt genomen minder bij, zowel qua bedrag als qua frequentie, dan mannen.
Halverwege de jaren 2000 verlaagde Argentinië de bijdragevereisten, waardoor de toegang tot een pensioen voor ongeveer 2 miljoen mensen verbeterde en de genderongelijkheid verminderde. In sub-Saharaans Afrika, waar meer armoede en minder pensioenzekerheid is, heeft een groot deel oudere vrouwen en mannen geen andere keuze dan te blijven werken om hun levenskosten te betalen.
De structuur van pensioensystemen is cruciaal voor gendergelijkheid: om ervoor te zorgen dan alle genders er gelijkmatig gebruik van kunnen maken moet meer rekening gehouden worden met de lasten en risico’s waar vrouwen mee te maken krijgen, zodat genderongelijkheid niet opstapelt naar het pensioen toe.
Genderbewuste sociale beschermingssystemen dragen bij tot emancipatie en kansen van vrouwen en zorgen voor positieve gevolgen voor hun gezinnen en omgeving.
Foto bovenaan uit de Super Maria-campagne van ACV-CSC