Het WK voetbal in Qatar: wellicht één van ‘s werelds meest verwachte én meest controversiële evenementen van de laatste jaren. De golf van kritiek en oproepen tot boycot die aan dit kampioenschap voorafgingen, was ongekend. ‘Dankzij dit WK werd er belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van arbeidsomstandigheden van migranten. Maar dat betekent niet dat die gewonnen rechten op lange termijn gegarandeerd zijn. We moeten gemobiliseerd blijven’, waarschuwt Nepalees vakbondsleider Smritee Lama. In oktober was zij, op uitnodiging van WSM, ACV-CSC BIE, MOC en beweging.net, in België. Om te praten over wat zich de voorbije periode achter de schermen van het WK heeft afgespeeld. En over de strijd die daar werd gevoerd.
DE TACKLES EN DRIBBELSVAN HET SOCIALE MIDDENVELD
‘Als één van de voetballers zou sterven tijdens een WK-wedstrijd, dan zou dat immens veel aandacht krijgen. Zoveel meer aandacht dan de 237 Nepalezen die in 2021 in Qatar stierven’, stelt Smritee Lama. De vakbondsvrouw weet maar al te goed hoe die ongelijkheid in behandeling en aandacht voor arbeidsmigranten aanvoelt. Zelf was ze korte tijd student en arbeidsmigrant in Japan. Haar man werkt in één van de Verenigde Arabische Emiraten. ‘Zijn we vergeten dat elk leven betekenis heeft? Zelfs in de dood is de ongelijkheid zo groot als een berg van de Himalaya.’
Nepal is een echt migratieland dat 28 procent van zijn nationaal inkomen uit de verkoop van arbeid in verre landen haalt. Op een bevolking van 29 miljoen telt het maar liefst 3,5 miljoen migranten tussen 17 en 40 jaar. In 60 procent van de families bevindt zich minstens één arbeidsmigrant.
Zo’n vijf procent van die migranten is hooggeschoold en trekt naar de EU of de VS. Daarvoor betalen ze doorgaans een miljoen Nepalese roepies, ofwel 7.800 euro, aan bemiddelaars.Dat geld lenen ze meestal en betalen ze vervolgens weer af met hun arbeid.
Vijf tot tien procent trekt naar Japan of Zuid-Korea. Rekruteringsagentschappen rekenen daarvoor zo’n half miljoen Nepalese roepies aan, ofwel 3.900 euro. 80 procent trekt naar de Golfstaten of Maleisië. ‘In dat geval gaat het om korter geschoolde en meer kwetsbare mensen die 200.000 roepies, ruim 1.500 euro, betalen voor hun baan. Ook dat geld lenen ze vaak en moeten ze terugbetalen met het werk dat ze gaan verrichten’, aldus Lama.
Smritee Lama’s vakbondsorganisatie GEFONT heeft een binnenlandse werking die arbeiders in Nepal bijstaat. Sinds drie decennia staat de organisatie ook arbeidsmigranten in het buitenland bij. Daar waar vakbonden zijn toegestaan, sluit GEFONT overeenkomsten af met lokale vakbonden, zodat ook Nepalezen er worden bijgestaan.
‘In Qatar is geen vrije vakbondswerking toegestaan. GEFONT richtte daarom steungroepen op. Ze nemen de vorm aan van socioculturele organisaties, zo kunnen wij ter plaatse toch opleiding en hulp bieden.’
Werkgevers hadden in Qatar alle macht in handen. Zij konden bepalen of hun werknemer al dan niet het land mocht verlaten. Die praktijk, gekend als het kafala-systeem, zorgde voor allerlei misbruik. Werkgevers hielden bijvoorbeeld het paspoort van werknemers in, wat hen volledig afhankelijk maakte. Ook konden migranten niet veranderen van job zonder toelating van hun werkgever. Wie dat toch deed kon door de politie worden opgepakt. Arbeidsmigranten kwamen zo soms volledig vast te zitten, zonder werk en zonder inkomen. Ze konden dan niet meer bij hun oorspronkelijke werkgever terecht, maar ook het land niet meer verlaten.
In de zomer is het in Qatar normaal gesproken niet toegestaan om tijdens de warmste uren buiten te werken, maar voor de bouw van de stadions werd dit verbod terzijde geschoven.
‘Ze hadden haast’, zegt Jeroen Roskams, programmamedewerker Azië bij WSM. Het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (dat meer dan 100 miljoen mensen vertegenwoordigt) noemde het later moderne slavernij, in stand gehouden door de regering van Qatar en met medeplichtigheid van de FIFA.
Smritee Lama strijdt al lang voor meer rechten voor arbeidsmigranten. Het WK in Qatar is voor haar dan ook een belangrijke mijlpaal, niet alleen vanwege het leed maar ook vanwege de strijd.
Een wereldwijde coalitie van vakbonden, de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en een aantal NGO’s stelden de schendingen van het arbeidsrecht consequent aan de kaak. ’Tien jaar geleden zette WSM een samenwerking op met partners als GEFONT in Nepal’, meldt Jeroen Roskams. ‘Deze samenwerking omvatte opleidingen, voorbereiding op het vertrek naar het buitenland en juridische bijstand. Er werden ook getuigenissen verzameld. Dankzij die getuigenissen konden we pleiten voor verandering in Qatar. Luc Cortebeeck, voormalig ACV-voorzitter en hoge IAO-functionaris, heeft het materiaal daadwerkelijk gebruikt om onderhandelingen te starten en de eisen tot verandering bij de Qatarese autoriteiten kracht bij te zetten.’
In 2016 zond de IAO Qatar een reeks aanbevelingen toe. Het land verzette zich aanvankelijk, maar onder druk bleek de Golfstaat bereid veranderingen door te voeren. Al deze inspanningen
hebben bijgedragen tot de afschaffing van het kafala-systeem. Werknemers kunnen nu gemakkelijker van werkgever veranderen of het land verlaten. In 2021 werd een minimummaandloon
van 1.000 Qatarese rials - ongeveer 240 euro - ingevoerd. Ook de arbeidsinspectie is sterker.
Hoewel er duidelijk vooruitgang zichtbaar is in de nationale arbeidswetgeving van Qatar, blijven veel migranten zeer kwetsbaar, vooral in sectoren die wat verder van het WK af liggen. Smritee
Lama: ‘Voor bouwvakkers is de situatie verbeterd. In andere sectoren, zoals de sector van huishoudelijk personeel – een zeer kwetsbare groep – veranderde er weinig. Het is moeilijk om de mentaliteit van werkgevers van de ene op de andere dag te veranderen. Sommige werkgevers beschouwen hun personeel nog steeds als derderangsburgers.’
Wat blijft er over van deze veranderingen na het WK? Dat is de grote vraag. Ook Lama beaamt dat er nog een lange weg te gaan is. ‘Het Qatarese bestuur kan alles weer veranderen. Dit
zijn geen bindende internationale overeenkomsten, maar nationale wetten die gemakkelijk weer kunnen worden opgeheven zodra de media- aandacht verslapt. Als Qatar Verdrag 155 van de IAO inzake veiligheid en gezondheid had goedgekeurd, zouden we over meer rechtsmiddelen beschikken. Helaas is dat niet het geval.’
Dus de strijd gaat door, ook al is het voetbalfeest voorbij. Er zijn intussen nieuwe uitdagingen: de onlangs door Saoedi-Arabië aangekondigde organisatie van de Aziatische Winterspelen in 2029 zal ook enorme bouwwerken vereisen, met buitenlandse arbeidskrachten, in een land dat het kafalasysteem niet heeft afgeschaft. Ook dit wordt een belangrijk aandachtspunt voor de vakbonden.
Tijdens haar bezoek aan België deelde Smritee Lama de weinig bekende realiteit in Qatar met ons. Ze trok van vergadering naar vergadering, van conferentie naar conferentie, van interview naar interview. Van Brussel naar Doornik, via Verviers naar Leuven. Het was een heuse ronde van België.
Maar haar getuigenis gaf de mensen die zij ontmoette de energie om de rollen om te keren en de World Cup of Shame aan de kaak te stellen.
De ontmoetingen met jongeren die zich inzetten voor klimaatrechtvaardigheid en met een huishoudelijke hulp zonder papieren in Brussel, raakten Smritee diep. ‘Verschillende realiteiten, gelijklopende uitdagingen.’
‘Ik voel me gesterkt door de vele contacten deze week. Verbonden zijn met vakbonden zoals het ACV, die opkomen voor de arbeidsrechten van Belgische arbeiders die werken voor de multinationals die ook in Qatar aanwezig zijn, is enorm belangrijk. Op de hoogte te zijn van jullie strijd en vooruitgang in België helpt echt, het maakt ons sterker wanneer we onderhandelen over arbeidsvoorwaarden met diezelfde bedrijven in het buitenland.’