Volgens het Worker Rights Consortium (WRC) zullen behalve zij die zelf besmet zijn met het coronavirus, vooral de miljoenen arbeiders in globale toeleveringsketens de impact van Covid-19 voelen.
Overheden van importerende landen die de handel stilleggen in hun eigen land, leggen ook de globale vraag stil. Ook multinationale merken zetten vervolgens zo snel mogelijk hun productie stop. In globale toeleveringsketens zijn de verplichtingen van merken ten opzichte van hun leveranciers erg beperkt. Zo worden productiekosten zoals de uitbetaling van arbeiders in veel gevallen initieel door de fabrieken zelf gedragen en betalen merken pas maanden na de levering.
In verschillende exporterende landen laten overheden de compensatie van arbeiders over aan de werkgevers zonder er streng op toe te zien, waardoor werkgevers niet altijd tot uitbetaling overgaan. Bovendien zijn - onder meer in de kledingsector - vele arbeiders informeel of tijdelijk tewerkgesteld waardoor ze geen of amper rechten genieten. Waar wel nog bestellingen worden afgewerkt, wordt niet altijd rekening gehouden met gezondheidsrisico’s. Wie uit gezondheidsoverwegingen niet komt opdagen op het werk ontvangt doorgaans geen vergoeding.
Een aantal overheden heeft fabrieken verplicht om het werk stil te leggen en arbeiders te blijven uitbetalen, maar het is lang niet duidelijk in hoeverre dit wordt opgevolgd. Ook wat de gevolgen na de verplichte sluiting zullen zijn, is voorlopig bang afwachten.
Hoewel toeleveringsketens geglobaliseerd zijn, is de ondersteuning tijdens de coronacrisis dat nog niet. Het WRC stelt dat onverwachte omstandigheden het niet goed maken dat een merk ophoudt met verantwoord te ondernemen. Door jarenlang financiële voordelen te hebben genoten door een gebrek aan regelgeving in productielanden, zijn merken beter bestand tegen de gevolgen van de coronacrisis dan hun leveranciers.
Volgens het WRC is er enerzijds de nood om merken verantwoordelijk te houden voor arbeidsomstandigheden in hun toeleveringsketen, onder meer door te garanderen dat arbeiders die niet langer tewerkgesteld worden een correcte vergoeding ontvangen. Anderzijds is er ook nood aan een gemeenschappelijke respons van internationale financiële instellingen en internationale organisaties om het inkomen van arbeiders tijdens de coronacrisis veilig te stellen.
Merken die de lasten van hun fabrieken delen en niet alle kosten uit de weg gaan zullen de schade in hun toeleveringsketen beperken. Verder zijn er ook heel wat rijke landen die nu miljarden vrijmaken om de crisis in het binnenland aan te pakken. Als nog maar een fractie van die hoeveelheid geld naar internationale bijdragen kan gaan, kunnen tientallen miljoenen arbeiders in de toeleveringsketens geholpen worden.
Het WRC stelt dat overheden van exporterende landen zich ertoe moeten binden om na de crisis systemen van sociale zekerheid uit te bouwen die het inkomen van werknemers kunnen veiligstellen wanneer een massa jobs verloren dreigt te gaan. Ook merken moeten zich ertoe binden bij te dragen aan het financieren van zulke systemen. Vakbonden en arbeidersorganisaties moeten pleiten voor deze programma’s en het voortouw nemen bij de vormgeving ervan.
Tot slot geeft het WRC nog mee dat we moeten leren uit deze crisis. De zwaktes van het systeem achter toeleveringsketens leidden ertoe dat miljoenen arbeiders onbeschermd zijn tegen de gevolgen van deze pandemie, maar over die zwaktes werd al jaren aan de alarmbel getrokken: verkoopprijzen die de arbeidskosten niet weerspiegelen, geen waardige lonen voor arbeiders, een machtsonevenwicht tussen merken en hun leveranciers, en een gebrek aan verplichte ketenzorg maken de coronacrisis extra belastend voor vele arbeiders in toeleveringsketens.