Een artikel van CNCD-11.11.11
De meest kwetsbare zijn de eerste slachtoffers van COVID-19. Wie geen vaste verblijfplaats heeft, in een vluchtelingenkamp verblijft of in het Zuiden woont wordt volop blootgesteld aan de gevolgen van deze crisis. CNCD-11.11.11 financiert organisaties die aan de frontlinie staan en helpt bij het opzetten van gezondheidsprojecten in landen waar de gezondheidszorg tekortschiet, vaak door de aanwezigheid van andere epidemieën. De Wereldgezondheidsorganisatie vreest vooral voor Afrika het ergste.
Verschillende Belgische ngo’s die door CNCD-11.11.11 worden ondersteund staan aan de frontlinie om deze noodsituatie aan te pakken. Leden van het wereldwijde netwerk van Caritas hebben in verschillende landen stappen ondernomen om hun hulpprogramma’s operationeel te houden, onder meer in Libanon, Zimbabwe, Venezuela en Italië. Mobiele teams helpen er met de screening, organiseren noodopvang en zorgen er voor voedselverdeling en sociale ondersteuning. In België ondersteunt Caritas vluchtelingen. De permanentie van de sociale dienst in het Brusselse Sint-Joost blijft toegankelijk, mits strikte naleving van de maatregelen.
Het is essentieel om op noodsituaties te reageren, maar er is meer nodig. De crisis die nu heerst is namelijk kenmerkend voor vele andere sociale, ecologische, economische en beschavingscrises waarmee mensen worden geconfronteerd.
In het Zuiden, en vooral in Afrika, hebben tientallen jaren waarin werd bezuinigd geleid tot een aanzienlijke verzwakking van de gezondheidsinfrastructuur. Landen die het slachtoffer werden van Structural Adjustment Programs (SAP’s) bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zaten voor de huidige crisis al in de problemen, al zijn er ook grote verschillen tussen landen. Zo heeft Rwanda bijvoorbeeld een doeltreffend mutualiteitsysteem kunnen uitbouwen.
Onvoldoende ontwikkelingshulp, belastingontduiking, corruptie en bedenkelijk bestuur hebben ertoe bijgedragen dat er in sommige landen maar een langzame vooruitgang plaatsvindt. Hygiëne en toegang tot water zijn nog steeds niet overal evident, hoe kan het uitbreken van ziektes voorkomen worden als wereldwijd zes op de tien mensen geen toegang tot degelijke sanitaire voorzieningen heeft?
Door deze aangrijpende toestanden financiert CNCD-11.11.11 veel gemeenschapsprojecten in Afrika. Het doel van deze projecten is niet om de zorgsystemen te vervangen, maar om ze aan te vullen en impuls te creëren bij de overheden om in te zetten op universele gezondheidszorg.
In Afrika vormen gezondheidsproblemen de belangrijkste uitdaging. Een groot deel van de bevolking heeft er geen of amper toegang tot degelijke en betaalbare zorg. Infrastructuren zijn vaak verslechterd en er is een gebrek aan geneesmiddelen en ander materiaal. Medewerkers zijn vaak onvoldoende geschoold en met te weinig. In sommige landen leidden deze problemen tot de opkomst van een bijkomende medische sector waarvan de acties soms dubieus en niet te controleren zijn. Vooral vrouwen dragen hier gevolgen van.
Verder helpen ook SOLSOC en WSM aan het opbouwen van een universele gezondheidszorg. Leidinggevenden ontwikkelen deskundigheid en ontvangen de nodige uitrusting, er wordt gewerkt aan een toekomstgerichte logica, de bevolking wordt geholpen en er wordt campagne gevoerd voor een universeel gezondheidssysteem. Deze acties leiden tot concrete resultaten die de volksgezondheid vooruit helpen.
Ook Louvain Coopération zet zich in op de ontwikkeling van mutualiteiten in landelijke regio’s in Benin, Togo en Burundi. De ontstane netwerken dragen bij tot het delen van belangrijke informatie over het tegengaan van de verspreiding van COVID-19.
Memisa ondersteunt de gezondheidsinfrastructuur in DR Congo met directe interventies. De organisatie is actief in zeven provincies en ondersteunt daar 25 ziekenhuizen, bijna 400 gezondheidscentra en bijna 4,3 miljoen mensen. Concreet zorgt Memisa voor ondersteuning bij bloeddonaties, het verkrijgen van medicijnen en de opleiding van medisch personeel. Er wordt voornamelijk ingezet op de minst toegankelijke gebieden in het land.
Bovenstaande voorbeelden tonen aan dat internationale solidariteit kan bijdragen aan het opbouwen van doeltreffende gezondheidssystemen. Die systemen helpen om een enorme opleving van bepaalde besmettelijke ziektes te voorkomen en helpen bij het aanpakken van gezondheidscrises. Naast COVID-19 maakt Afrika nog andere epidemieën mee, onder meer ebola. Zonder goed functionerende gezondheidsstelsels worden de meest kwetsbaren aan hun lot overgelaten. We hebben de mogelijkheid en de plicht om dit te vermijden.