Afgelopen maand ondertekende België samen met Duitsland, Nederland en Luxemburg de 'Gezamenlijke Verklaring over een leefbaar loon en inkomen'. Het gezamenlijk standpunt stelt een aantal concrete acties voor, waaronder:
Daarnaast beloven deze landen, "verheugd over het standpunt van het Europees Parlement van 1 juni 2023", "samen te werken om deze kwestie op de regelgevings- en beleidsagenda van de EU te zetten, om de rechten van werknemers beter te beschermen”. De landen benadrukken het belang van structurele veranderingen "in hun partnerlanden, wat essentieel is voor een integrale toepassing van de toekomstige Europese richtlijn". Maar er moeten evenwel structurele veranderingen worden doorgevoerd in onze eigen landen.
"We hebben een verantwoordelijkheid tegenover kleine boeren, producenten en arbeiders, die met hun dagelijkse werk een leefbaar inkomen moeten kunnen verdienen. Adequate lonen, verantwoorde aankooppraktijken en eerlijke prijzen die waardige lonen en inkomens mogelijk maken, zijn een cruciale stap in het doorbreken van de armoedecirkel in wereldwijde toeleveringsketens", zeggen de vier landen.
Toch zit er niet genoeg schot in de zaak. Op Europees niveau heeft België -hoewel de meeste Belgische Europarlementariërs begin juni voor de ontwerprichtlijn stemden- zich onthouden van een standpunt tijdens het debat in de Raad over de algemene richting die moet worden gegeven aan het voorstel van de Commissie voor een richtlijn in december 2022. Ook op internationaal vlak bleef België achter de Europese Commissie staan tijdens de achtste onderhandelingsronde over het VN-ontwerpverdrag over bedrijfsleven en mensenrechten.
Ons land treuzelt met wetgeving op eigen bodem sinds het in 2021 een wetsvoorstel indiende, terwijl Duitsland in hetzelfde jaar een wet goedkeurde, Nederland in 2019 (over kinderarbeid) en Luxemburg afgelopen mei een wet indiende. Wetten die recent ook in werking zijn getreden.
Vanaf januari 2024 heeft België wel het voorzitterschap van de Raad van de EU: het zal een beslissende rol spelen om van deze richtlijn een ambitieus stuk wetgeving te maken dat de negatieve effecten van bedrijfsactiviteiten op werknemers, gemeenschappen en het milieu kan beperken, in lijn met de verwachtingen van meer dan 80% van de Belgische burgers.
We hopen dat na de woorden nu ook daden volgen.
Voor meer info :
