Op donderdag 1 april 2021, twee maanden na het begin van de militaire staatsgreep in Myanmar, kwamen de platforms van achACT en de Schone Kleren Campagne bijeen voor een symbolische actie om de strijd voor de democratie in Myanmar te ondersteunen. In het weekend van 27 en 28 maart kwamen, naast de honderden doden die al geregistreerd werden, nog eens 169 mensen om het leven, waaronder enkele kinderen.
Sinds het begin van de staatsgreep komen duizenden mensen elke dag op straat om hun recht op democratie te doen gelden. Arbeidersbewegingen, waaronder arbeid(st)ers in kledingfabrieken, vormen de kern van dit verzet en worden geconfronteerd met toenemende repressie en onnoemelijk geweld.
De kledingindustrie in Myanmar groeide de afgelopen 10 jaar gestaag en biedt werk aan bijna 600.000 mensen. Sinds de staatsgreep sloten vele fabrieken de deuren. Kledingarbeid(st)ers krijgen vaak geen loon of ontslagvergoeding en vluchten naar hun geboortestreek. Degenen die overblijven werken in moeilijke omstandigheden. Fabrieken worden overvallen door het leger of de politie, industriezones worden aangevallen, arbeiders worden lastig gevallen of aangeklaagd als ze naar buiten gaan om te demonstreren of te proberen zich te organiseren. Vakbonden en arbeidsrechtenorganisaties, waarvan sommige lid zijn van ons internationale netwerk de Clean Clothes Campaign, werden door de junta illegaal verklaard en staan onder enorme druk om onder te duiken.
Kledingmerken en -ketens die in Myanmar laten produceren worden opgeroepen de bescherming van de werknemers in de fabrieken in kwestie te garanderen en ervoor te zorgen dat hun lonen en eventuele ontslagvergoedingen worden betaald. Een aantal kledingbedrijven, zoals H&M, Benetton en C&A kondigden aan nieuwe bestellingen op te schorten. De ondernemingen moeten de staatsgreep publiekelijk veroordelen en zich niet onttrekken aan hun verantwoordelijkheid tegenover degenen die gisteren hun kleding produceerden, en de opschorting van de bestellingen moet tijdelijk zijn.
Bron: Schone Kleren Campagne
© Marie Aynaud